Littekens

We onderscheiden de littekenvormingen in vijf soorten: gewone littekens, atrofische littekens, hypertrofische littekens, keloïdale littekens en acne-littekens. Vaak kan een litteken ontsierd zijn en ook zorgen voor bewegingsbeperkingen.

Gewoon litteken
Bij de meeste mensen geneest een wondje normaal. Er blijft dan een ‘gewoon’ litteken over in de vorm van een smal streepje. Dit streepje kan wit van kleur worden of juist donkerder dan de huidige huidskleur.

Atrofisch litteken
Is vaak dun, glanzend en wat ingetrokken. De huid onder het litteken is afgenomen.

Hypertrofisch litteken
Hierbij is er te veel collageen weefsel gevormd. Binnen enkele weken na de verwonding kan het litteken snel in grootte toenemen. Het litteken is vaak hard, dik en verkleurd. In veel gevallen ook pijnlijk. Het is van belang dat hypertrofische littekens vroegtijdig worden behandeld.

Keloïdaal litteken
Dit lijkt erg op het hypertrofische litteken. Het verschil is dat een keloïdaal litteken over de grenzen van een wondgebied groeit. Het ontstaat veelal na een trauma en komt meer dan gemiddeld voor bij donkere huidtypen.

Acnelitteken
Wanneer acne flink ontstoken is geraakt, kan het na genezing ontsierende littekens achterlaten. In de meeste gevallen kan dit zich uiten in ‘putjes’ in de huid. Na de genezing wordt het normale bindweefsel vervangen door een stug celarm littekenweefsel. Hoe eerder de ontsteking wordt bestreden des te minder kans op acne littekens.

De huidtherapeut maakt afhankelijk van het soort litteken een behandelplan voor u.

4